Handleiding MdBads
Een boekje vol catecheselessen! Dát is makkelijk, je hoeft alleen maar te doen wat er staat…
Inderdaad, zo is het wel een beetje. Maar toch zul je ook merken dat de lessen niet bedoeld zijn om luie catecheten te kweken. Ze willen je juist in beweging zetten om actief aan de slag te gaan met kinderen. Vandaar deze digitale handleiding, over hoe het zo ongeveer werkt.
Deze handleiding licht aan de hand van verschillende punten toe hoe u als catecheet de informatie en verwerkingsopdrachten uit het boekje kunt begeleiden.
Basisprincipes
Opzet methode
Samenstellen van een les
Sociaal-emotionele ontwikkeling kinderen
Geestelijke ontwikkeling kinderen
Basisprincipes
De lessen in dit boekje zijn niet zomaar lessen. Elke les wordt gekenmerkt door een paar belangrijke principes:
Opzet
De methode is zo opgezet, dat de kinderen in twee jaar tijd van Genesis tot Openbaring door hun Bijbel gaan. Over elk Bijbelboek ontvangen ze informatie en met elk Bijbelboek gaan ze aan de slag. De bedoeling is dat ze leren hun Bijbel te gebruiken; waar vind ik welk boek en waar gaan de Bijbelboeken over?
Samenstellen van een les
Alles lessen bestaan uit verschillende onderdelen: opwarmertje, verdieping, leuk om te weten, bidden, klevertje van de les en doen.
Opwarmertje – Met het opwarmertje maken de kinderen op een laagdrempelige manier kennis met het thema vanuit het Bijbelboek dat in die les centraal staat. Tijdens het opwarmertje denken kinderen erover na welke rol het thema speelt in hun eigen leven. Dit motiveert de kinderen om over het thema door te denken.
Verdieping – Kinderen ontdekken wat God hen in de Bijbel te zeggen heeft door middel van informatie over het Bijbelboek. Hierbij gaat het om kennisoverdracht. Behalve informatie over de achtergrond van het Bijbelboek, komt in dit onderdeel ook heel beknopt de inhoud van het Bijbelboek aan de orde. Dit onderdeel kan hardop samen met de kinderen worden gelezen. De kinderen kunnen bijvoorbeeld om beurten een stukje voorlezen. Een andere optie is om als catecheet de informatie, al dan niet in eigen woorden, over te brengen. Hier en daar staan er vragen of opdrachten door de tekst heen, om de kinderen te laten ontdekken wat God door Zijn Woord tot hen zegt en wordt de informatie verwerkt. Hierbij horen vaak ook zoekopdrachten in het Bijbelboek zelf of worden de kinderen uitgedaagd om zelf aan de slag te gaan met puzzels of proefjes. Deze bieden dus de gelegenheid om het lezen even te onderbreken en korte tussentijdse verwerking te hebben.
Bidden – Aan het eind van elke les wordt er de mogelijkheid gegeven om een gebed op te schrijven of te tekenen. Dit gebed kun je gezamenlijk bidden of moedig de kinderen aan om dit gebed zelf te bidden.
Leuk om te weten – Naast de informatie die wordt gegeven, worden er ook per les een aantal leuke weetjes aangereikt. Deze kunt u met de kinderen langs lopen. Welke weetjes wisten de catechisanten niet en willen ze graag onthouden? Deze kunnen ze dan aankruisen in het boekje.
Klevertje van de les – Elke les is er een ‘klevertje’. Er wordt een tekst uit het behandelde Bijbelboek geciteerd, zodat de kinderen deze kunnen onthouden en de kinderen worden uitgedaagd om bepaalde Bijbelboeken in de goede volgorde uit hun hoofd te leren.
Doen – De les wordt afgesloten met een doe opdracht. Meestal is het een opdracht voor thuis waardoor het thema nog een keer terugkomt en de kinderen ook na de les nog een keer met dit thema aan de slag kunnen. Het is goed om hier de volgende les op terug te komen en de kinderen te vragen naar hun uitgevoerde opdracht.
Hoe kies je?
Vaak kun je niet alle opdrachten of vragen behandelen in één les. Bij het maken van een keuze is het handig om jezelf de volgende vragen te stellen:
Samenstelling groep – De ene groep is de ander niet. Wat bij de ene groep heel goed valt, kan bij de andere groep totaal verkeerd uitpakken. Belangrijk is dus dat je de kinderen goed kent en ook kennis hebt van hun achtergrond. Uit welke gezin komen de kinderen en ook belangrijk om rekening te houden met de vraag of er ook buiten- of randkerkelijke kinderen in je groep zitten.
Leeftijd kinderen – Belangrijke factor is ook de leeftijd van de kinderen, al is dat niet strak gekoppeld. Want het ene kind van tien jaar kan in een andere fase zijn dan het andere kind van dezelfde leeftijd. In deze periode gaan kinderen samenhang zien tussen geloven en doen. Ze begrijpen gelijkenissen omdat ze abstracter leren denken. Kinderen zijn in deze leeftijdsfase leergierig, leren graag dingen uit hun hoofd en ontdekken wat ze daarmee kunnen doen. Dat geldt ook voor de kennis die met geloven te maken heeft. Kinderen kunnen zo opgaan in het leren ‘van buiten’, dat de kans er is dat de beleving (hun binnenkant) erbij in schiet. Zorg er daarom voor dat er voor het kind ook wat aan het geloof te beleven en te ervaren is. Als in de puberteit de aandacht weer naar binnen wordt verlegd, kunnen kinderen voortbouwen op de ervaringen die eerder aan geloven hebben opgedaan. Kinderen in deze fase hebben een sterk geheugen. Hun denken wordt abstracter en realistischer. Ze gaan steeds meer verbanden zien. Ze kunnen zich ook beter emotioneel uiten, zowel over hun eigen emoties als over die van anderen. Ze krijgen een groter moreel besef. Hun wereld wordt groter en er komt meer drang om erbij te willen horen. Ook wat betreft geloven ontstaat er meer een groepsgevoel. Er ontstaat meer samenhang tussen geloven en doen.
Type kinderen – Zorg voor een goede afwisseling in de les. Houd daarbij rekening met de verschillen die er zijn tussen kinderen. Iedereen leert op een andere manier. Die manieren kunnen ingedeeld worden in vier categorieën: doener, dromer, beslisser, denker. Met deze vier leerstijlen in je achterhoofd kun je variëren met werkvormen die je gebruikt. Zo zorg je ervoor dat er voor ieder kind een onderdeel is dat bij hem past en waardoor hij de les goed kan verwerken.
Algemene tips bij het samenstellen van een les
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Vanaf een jaar of tien begint het besef te komen dat andere mensen ook iets over hem kunnen denken, net zoals hijzelf over een ander kan denken. Ook begint in deze periode langzamerhand de puberteit. Sommige kinderen stappen al aan het begin van deze fase of pas later de puberteit binnen, en daardoor kunnen er grote onderlinge verschillen ontstaan. Tijdens de puberteit is er vaak tijdelijk sprake van een zekere emotionele instabiliteit en verminderd zelfvertrouwen. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een heroriëntatie op andere waarden en normen, wijzigingen in de omgang met leeftijdsgenoten, toegenomen verantwoordelijkheidsgevoel en fysieke veranderingen. Kinderen kunnen daarbij extra aandacht goed gebruiken, omdat ze bezig zijn hun zelfbeeld te ontwikkelen. Naarmate kinderen ouder worden, worden relaties met leeftijdgenoten steeds belangrijker. Ze hebben de sterke behoefte om zich te conformeren aan de groep en willen absoluut niet buiten de boot vallen. Ze kunnen zich stoer gedragen en zich spiegelen aan een populair rolmodel. In groep acht ervaren kinderen de toenemende druk van ouders en de confrontatie met de eigen mogelijkheden en beperkingen (onder andere door de eindtoets en de schoolkeuze).
Geestelijke ontwikkeling
Kinderen vatten de Bijbelse verhalen lange tijd alleen letterlijk op. Pas aan het einde van de basisschool leren kinderen meer abstract te denken en krijgen zij gevoel voor symboliek. Ze zullen dan ook meer gaan begrijpen dat het belangrijkste niet het verhaal zelf is, maar de boodschap die God ons erin geeft. Het oudere kind kan soms al wel een indruk krijgen van de symbolische betekenis van verhaal, vooral op gevoelsniveau en is in staat om de verhalen en hun boodschap toe te passen en er een les voor het eigen leven uit te trekken. Vanaf een jaar of tien wordt het godsbeeld van het kind minder egocentrisch (eerder was het: God is er voor mij) en meer objectief (tegenover het fantasierijke beeld van het jonge kind). Rond deze leeftijd is een kind ook in staat om bewust te geloven en dat te verwoorden. Veel hangt af van de godsbeelden die het kind krijgt aangereikt vanuit zijn omgeving. Meestal stellen zij God voor als een persoon. Ook de maatschappij waarin zij opgroeien is van invloed op hun geestelijk ontwikkeling. Geloven is niet meer vanzelfsprekend en kinderen hebben dus steeds meer vriendjes die niet- of andersgelovig zijn. Hierover kunnen vragen stellen of kunnen ze op een heel natuurlijke manier van hun geloof getuigen.
Bidden met kinderen
Extra materiaal
De lessen in het boekje bieden voldoende materiaal en informatie om volwaardige lessen samen te stellen. Bij een heel aantal lessen is extra materiaal te downloaden vanaf deze site. Als dat zo is staat het vermeld in de lessen.